Hoe kijken we eigenlijk naar teams en organisaties? Het is vaak logisch om te denken in structuren, processen, hokjes en hiërarchieën, maar wat als we ze eens bekijken als levende, verbonden systemen? De natuur biedt ons een prachtige metafoor: mycelium.
Wat is mycelium en wat kunnen we ervan leren?
Mycelium is een fascinerend ondergronds netwerk van schimmeldraden dat alles met elkaar verbindt. Via mycorrhiza creëert het partnerships met planten: schimmels leveren voedingsstoffen en krijgen suikers terug. Dit zorgt voor een perfecte uitwisseling en versterkt het gehele ecosysteem.
Dit kun je vergelijken met organisaties:
- De bovenstroom (zichtbare structuren zoals functietitels en afdelingen) zijn als de paddenstoelen boven de grond.
- De onderstroom (o.a. relaties, communicatie en samenwerking, dynamieken en patronen) is als het mycelium: bepalend, maar vaak onzichtbaar.
De kracht van verbinding in teams
In organisaties vormen de relaties tussen teams en collega’s – net als mycelium – de werkelijke kracht. Teams functioneren niet als losstaande eilanden, maar als onderdeel van een groter geheel waarin informatie en kennis constant worden uitgewisseld.
Teams die effectief kennis delen en samenwerken, versterken de organisatie en er is minder ‘gedoe’. Afdelingen die open samenwerken bereiken doorgaans veel meer dan wanneer ze op eigen houtje opereren. Dat klinkt eenvoudig en mooi, en toch is de praktijk vaak weerbarstiger. Vooral als er al meerdere interventies zijn gedaan en er is weinig verandering, dan is het zinvol om in de onderstroom te kijken.
Veerkracht en aanpassingsvermogen
Wat mycelium bijzonder maakt, is zijn vermogen om zich moeiteloos aan te passen. Als oude paden niet meer werken, ontstaan er nieuwe verbindingen. Dit principe is goud waard voor organisaties in een veranderende wereld: van marktontwikkelingen in de sector of branche waarin je werkt, veranderende wetgeving, tot nieuwe en steeds doorontwikkelde technologieën en nu ook de geopolitieke verschuivingen.
Organisaties en teams worden steeds meer uitgedaagd om veerkrachtig en adaptief te zijn. Of uitgedaagd? Soms moet je simpelweg gewoon. Maar hoe houd je het ‘mycelium’ binnen een organisatie gezond en in een staat die zowel tot veerkracht, weerbaarheid en ‘adaptibility’ leidt?
In je werkomgeving vormen de relaties, patronen en dynamieken tussen collega’s en teams – net als mycelium – de werkelijke kracht van je organisatie, niet de functietitels of afdelingsstructuren. Die geven weliswaar structuur aan wie waarbij hoort, maar teams functioneren niet als losstaande eilanden. Ze maken deel uit van een groter geheel waar informatie en kennis constant worden uitgewisseld om het gemeenschappelijke doel te bereiken.
Gezonde organisaties: leren loslaten en radicale verantwoordelijkheid
Mycelium houdt ecosystemen gezond door organisch materiaal af te breken en voedingsstoffen te recyclen. Dit is ook een krachtige metafoor voor organisaties. Soms werkt een aanpak niet meer, maar in plaats van krampachtig vast te houden, nog harder te gaan werken, nog doelgerichter te worden, kan het waardevol zijn om bewust los te laten en nieuwe patronen te vormen. Dat vraagt meestal wel een interventie van buiten het systeem, want systemen zijn niet zelfoplossend voor systemische (onderstroom) vraagstukken. Anders hadden ze het antwoord zelf al wel gevonden, toch?
Bij het onderzoeken, loslaten en mogelijke nieuwe patronen maken hoort ook en vooral voor leiderschap:
- Ongemakkelijke gesprekken voeren: eerlijke dialogen over wat écht speelt.
- Helder en transparant communiceren, vooral in tijden van onzekerheid.
- Radical responsibility: volledige verantwoordelijkheid nemen – met als consequentie het stoppen met projecteren van frustraties op anderen, op collega’s, op de organisatie van ons eigen ongemak.
Niemand bloeit in isolatie. Net als mycelium hebben we elkaars kennis, inzichten en steun nodig. Hoe sterker de onderlinge verbindingen in een team of organisatie, hoe veerkrachtiger en succesvoller het geheel.
Welke ‘mycelium-verbindingen’ in jouw team of organisatie verdienen meer aandacht?
~Dees van de Hoef