“Jan Jacob en Dees, willen jullie volgend jaar naar Kazachstan komen voor een programma?” vroeg Gulnara ons na het 6-daagse programma “Movements of Transformation” in Groningen.
“JA!” reageert mijn lichaam al met een grote glimlach en een dansend hart, nog voordat de woorden volgen.
Kazachstan, en alles wat daar zou gaan gebeuren, heeft sinds dat moment – vorig jaar, in 2023 – in mij geleefd, zonder dat ik al wist wanneer, wat of hoe precies.
Nu, een jaar later, wanneer we daadwerkelijk in oktober in Kazachstan zijn, vraag ik Gulnara waar de impuls vandaan kwam om ons uit te nodigen. “In de blik, in het intense oogcontact dat jij en ik hadden,” zegt ze.
Ik weet precies wat ze bedoelt en voel het opnieuw. Het was een moment dat ik nooit zal vergeten. Een heel intense en langdurige blik tussen twee vrouwen, met zoveel uitwisseling, voorbij verschillen, voorbij grenzen, over generaties heen. Zo voelde het. Het is bijna onmogelijk om in woorden uit te drukken.
In de aanloop naar het seminar, zoals Gulnara het noemt, hadden we regelmatig contact. Ze had een duidelijk doel, dat in alles voelbaar was: systemisch bewustzijn aanwakkeren bij leiders en ondernemers. Uiteindelijk verzamelde ze een groep van 180 deelnemers uit verschillende landen.
Het was diep ontroerend om op de eerste dag te staan, met onze handsfree microfoons op, en uit te kijken over 180 paar ogen. Zien en gezien worden. Jezelf afvragen: wat kan en zal hier de komende dagen ontstaan? Welke potentie zal stromen?
Wat we kunnen zien zijn 180 mensen, plus het team van Gulnara. Wat we niet kunnen zien zijn alle onzichtbare systemen, patronen en dynamieken die met de deelnemers meekomen. Als ik me met hen verbind en het probeer voor te stellen, hebben we een enorme Kazachse steppe nodig om een klein deel daarvan zichtbaar te maken.
We creëren de setting, de ruimte, het membraan door openheid en eerlijkheid. En door steeds de vraag aan onszelf te stellen: wat willen we zijn?
We zijn geen trainers, zoals veel mensen min of meer verwachten, omdat dat “jasje” te strak is geworden. Het is niet dat het te klein is; het past gewoon niet meer. Eigenlijk willen we helemaal geen jasje dragen 🙂 Misschien zijn we daarin een beetje rebels. En met een speelse blik vraag ik wie zich nog meer rebels voelt. Niet veel handen, maar wel veel veelzeggende blikken.
We ontmoeten mensen mens tot mens, hart tot hart. Mensen met heel verschillende visies, en we zijn gevuld met nieuwsgierigheid. Ik wil een facilitator zijn, een vonk voor verandering. Daarbij geef ik mezelf, met kwetsbaarheid als onderdeel.
Drie dagen later, aan het einde van het programma, staan we met grote boeketten bloemen voor een groepsfoto. Een groep vormt zich om ons heen, met het verzoek iets voor hen te schrijven – in een boek of op een briefje. Veel vrouwen komen naar me toe. Ik neem de tijd voor iedereen, kijk ze echt aan, in hun ogen, en dan stroomt er iets op papier. Alsof vanzelf. En blijkbaar altijd passend. Het wonder van oogcontact. Oogcontact in een taal die ik “veelbetekenende stilte” noem.
De volgende twee dagen, voordat ik terugvlieg naar Amsterdam, heb ik tijd nodig om alles te verwerken. De enorme rijkdom van de afgelopen dagen met de deelnemers, de opbouw van het programma, de echte verbindingen. De immense, ongelooflijk uitgestrekte vlaktes, gevuld met zoveel ruimte, de bergketens, de kloven, en een rit te paard langs een bergmeer laten me klein voelen, helpen me alles te verwerken en vervullen me met diepe dankbaarheid. Kazachstan zit voor altijd in mijn hart.
~ Dees